najaar 2019

De verzamelde verhaaltjes van het najaar, waarin mijn tekentablet stukging dus sommige prentjes zijn op mijn smartphone getekend. Een procédé dat ik alleen mensen die met een overschot aan geduld zitten zou aanraden.

1 september

De puk is dan een grote kleuter. Ik verplicht mezelf om niet te denken aan de dag, die vast nabij is, dat moeder oogrollend gedumpt wordt aan de schoolpoort. (Ik vraag het even voor een vriend: heeft dat een naam die persoonlijkheidsstoornis waarbij je je zo bewust bent van het verglijden der dingen dat je al bijna zou willen dat ze vergleden zijn? Niet echt natuurlijk, maar gewoon, om er van af te zijn? Als mensen zeggen dat ze overvallen worden door melancholie denk ik soms dat het bij mij bijna omgekeerd is, dat de melancholie rustig de gazet zit te lezen en dat ik dan achter haar rug kom aangeslopen en er boven opspring. Maar we dwalen af.)

Vandaag dus, was er nog een klein handje en bleek moeder handig om je achter te verschuilen, waarna de juf van achter mijn rug een tekening toegestopt kreeg. Die was des morgens met luid enthousiasme aan de keukentafel gemaakt. En ze stond vol hartjes. Één in elke kleur.

❤️🧡💛💚💙💜🖤💓

16 september

Oef zeg, de tekentablet is finalement gerepareerd. Het scherm was naar de Filistijnen. Tijdens het wachten op de herstelling – ik beken een sterk gemis als het ding en ik van elkaar gescheiden zijn- bedacht ik dat ik de baby nog maar zo weinig getekend heb. Hij is vandaag 14 maanden, met die lieve snuit en die exquise billetjes van hem. Ze zitten helemaal nog niet in mijn vingers. En hoe dat komt. Twee pukken in huis, verhuis, een tuin, kiekens zelfs, handenvol, obladi oblada. Maar vooral, denk ik: omdat het niet hoefde.

Toen zijn zus zo oud was had ik haar al honderden keren getekend. Met mijn hoofd vol zwarte inkt. Daarin de baby. ik zocht haar overal. Ik dacht haar de hele tijd. Ook als ze aan de borst lag zat ik haar te denken. Ik zag in gedachten de banen lopen waarlangs de hormonen onze neuronen met elkaar verbonden, of zoiets. Ik deed mijn ogen toe en ik probeerde te voelen hoe de melk zich vertakte tot in haar mond. Krampachtig keek ik, trok ik haar met mijn ogen mijn hersens in. Ik tekende haar, ik moest. Honderden keren ging ik met mijn vingers over de contouren van die wangetjes en dat achterhoofdje tot ze in mijn handen zat. Ik piekerde haar. Gomde alles weg en dan opnieuw. Ik twijfelde haar. Ik aarzelde, tobde, dubde haar. Mijn hoofd woog een ton en mijn armen ook als ik haar tilde. Alles ging traag. Alles was zwaar. De maanden die deze keer gevlogen zijn, leken toen achteruit te gaan. Het kwam goed. Ik vond haar en het leek dat zij mij al lang gevonden had en geduldig had gewacht.

Deze keer moet er niets. Want alles wat toen zo moeilijk leek om vast te houden, dat was er nu zomaar. En door al die dingen terug te doen, kon ik me beter vergeven. Want ik was het vergeten maar ik deed ook wel wat behalve in een hoekje naar mezelf liggen verlangen. De nachten, de borst, al dat gekolf, de dokters, de boekjes, de kleertjes, de siroop en de luiers. Ik schreef al haar geluidjes op en ik kende haar huiltjes uit elkaar. En ik troostte haar elke keer ze moest huilen en ze mocht slapen op mijn schoot. Ik troost haar nog altijd en soms slaapt ze daar nog. En dan wrijf ik over dat wangetje dat ik kan tekenen met mijn ogen toe en dan denk ik met spijt die blijft: wat had ik ons een betere start gewenst. En wat ben ik blij dat we nu hier zijn. Ik doe precies hetzelfde, maar dan zonder het gewicht en zonder (teveel) twijfel. Ik weet nog altijd vanalles niet, maar dat is niet zo erg. Ik weet ik roep te veel, ik beloof je, ik ga eraan werken. En ik teken voor jou alle dieren die je wil.

17 september

Des morgens onder het kammen (een hele cinema met ponyvlechten en glitterspeldjes die zus dan wel zo in het flutjeshaar -pardon de prinsessenlokken- moeten gepriegeld worden):

– Maar mamaaa?

– Ja puk?

– Ik heb eens een heel moeilijke vraag.

– Ok?

– Wat is er erger? Je hoofd breken of verdrinken?

Alsook: Heel ziek zijn of je arm breken? Je nek of je keel breken? Is een aap een zoogdier of kan die zwemmen? Weegt het huis zwaarder dan een boom?

Daarna moeten we uno spelen tot ze wint. Suggesties om de kans op een overwinning te bespoedigen worden niet geapprecieerd.

Een eindje verder zit de baby zijn confituurboterham tot moes te knijpen.

– Awel vriendje, is het plezant?

– Baaap!

Affirmatief.

Tegenwoordig staat moeder een half uur vroeger op. Winst.

24 september

Portret van moeder, bevangen door de obsederende fantasie om ergens anoniem in een bed zonder kinders of remmingen, vol verhitte overgave één te worden met haar sinusitis.

25 september

Onderweg naar huis leest puk voor uit het heen-en-weer-boekje van de crèche. De baby luistert schaterend hoe hij zowat elke dag de meest crazy shit gegeten heeft en zware verwondingen opliep bij bizarre accidenten. Ook bekend als het beste moment van mijn persoonlijke dag.

26 september

Portret van moeder die om 2u11 in haar kussen bijt onder het contempleren van andere levens, vanuit een zekere frustratie omdat er al anderhalf uur niet geslapen werd maar wel gewriemeld, gemiept, gehapt, losgelaten, gehapt, losgelaten, gedraaid, teruggedraaid, gehapt, losgelaten, over haar hoofd gekropen, gehapt en losgelaten.

Edit: beste mede uitgeputte klungelouders, kreeg deze podcast tip over slaap en waarom advies daarover alle kanten opgaat. Erg van genoten! Vol met andere sukkels die genereus hun verhalen delen❤️❤️

27 september

Portret van moeder die om 03u17 toch maar nog eens checkt of het kind echt nog steeds regelmatig ademend en gelukzalig ligt door te slapen.

10 oktober

Tegenwoordig worstel ik al een hele tijd niet meer met hevige depressies, maar in het weekend al wel eens met woekerende vijverplanten. Ziehier de vangst, met al mijn krachten (valt tegen) boven water gesleurd. Nogal een gevecht als je dat boeltje maandenlang welig laat tieren. In onze dommigheid vonden we dat wel mooi staan. (Stadsmensen die zich zonder enig natuurbenul in het groen wagen: geeft ze vijf frank.) Ik zag die hoop in elkaar gekronkelde wortels op het gras liggen, een vieze bruine zooi uit dat water waar duidelijk al lang geen zuurstof meer in zat. En ik dacht: zo ziet depressie eruit van de binnenkant. En trauma. En wanhoop.

Ik dacht aan al die jaren dat ik de duistere gedachten en de angst en de destructiedrift maar liet woekeren terwijl ik de hele bende onder het wateroppervlak probeerde te houden. Rond de leeftijd waarop Boudewijn de De Groot het testament van zijn jeugd opmaakte, was bij mij ook de oorlog voorbij. Maar ook de jaren van de wederopbouw waren bevreemdend. Steeds weer een nieuwe therapeut. Steeds een nieuw label. Soms onwaarschijnlijk sterke medicatie, zonder dat ik veel verteld had. Je gaat er maar in mee omdat je elke keer zo hoopt dat het deze keer klopt, dat het een naam heeft, dat er een reden is, een oplossing. Wat het ook is. Maar geen enkele diagnose bleef overeind. Ik bleef wel zoeken.

De schoonste schelpen liggen langs de vloedlijn, als het hard gestormd heeft. Ik raapte hier en daar een inzichtje op. Dat mijn parcours liep zoals het liep omdat een mens vertrouwdheid zoekt, al is het in onfrisse patronen. Dat het ene trauma daarom het volgende vaak al in zich draagt. Dat heel wat fenomenen die je tot moes kan psychiatriseren soms ook niet eens zo heel gekke reacties zijn op gebeurtenissen die gewoon van den hond zijn. Dat je demonen van vandaag vaak je coping mechanismen van vroeger zijn. Dat er niets is als verbinding om weer recht te veren. Niets als kwetsbaarheid om anderen echt te vinden. De laatste paar jaren waren niet perfect, maar wel de gelukkigste van mijn leven. Daar ben ik heel wat mensen heel dankbaar voor.

Mentale gezondheid wordt al te vaak onder lifestyle geklasseerd, to the sound of zelfzorg van hier en zelfzorg van ginder. Niks mis met zelfzorg. Mijn vroegere zelf ligt er strijk om, maar wat is het tof om in den hof te werken. Diep inademen. Snoeischaar in de haag en en passant in de dode takken in mijn hoofd. Maar de lijst privileges die mij in die tuin brachten is lang. Ik wens het geen struggelende tiener toe om een decennium te moeten knoeien.

Fijn dat er bewustmakingscampagnes zijn. Deze bewustgemaakte Vlaming vraagt zich af of er eigenlijk reden is om aan te nemen dat er behalve mooie praatjes ook structurele plannen en middelen klaarliggen? Vlaanderen wil graag opvallen, wel dat doen we. Met torenhoge zelfdodingscijfers, ontstellende wachttijden in de kinderpsychiatrie en recordaantallen mensen die uitvallen (of onhoudbaar doordoen) met depressies, burnouts, post traumatische stress, burnouts, problemen tijdens en na de zwangerschap, …. Tekenen zat aan de wand dat de planeet een en ander niet meer trekt en de mensen ook niet. Laat u gaan met mijn belastinggeld zou ik zeggen, zodat de warme Vlaming het weer niet moet doen. En voor iedereen graag. Basiszorg noemen ze dat. Een ander woord voor samenleving, dacht ik.

#worldmentalhealthday

4 november

“Happy birthday to youuuu, in de wei staat een VIIIJJJF”

Exact vijf jaren na die onwezenlijke ochtend waarop ze opeens boven een blauw zeil verscheen, springt puk op het grote bed onder het zingen van een verjaardagslied voor zichzelf, compleet met extatische dans.

Als ze ziet dat er gedold wordt met de kleinste, krijgt ze instant weer even een babystemmetje en moeten we haar ook optillen. Even later groeit ze weer een halve meter want ze krijgt een kadootje voor grote kinderen en het staat op de tafel waar de baby er niet bijkan en wee zijn gebeente als ie het toch riskeert.

It’s the dawn of the Fabulous Fives.

We zijn (subtiel hout vasthoudend) benieuwd.

Fijne verjaardag lieve kleine puksnuit ❤️

9 november

De puk kreeg voor haar verjaardag een Winnie-de-Poeh-huis. Het is een knalgroen en paarse plastieken bedoening. Een Disney monument waar de literatuur komt sterven en commerce alles overneemt, maar puk die lééft voor Winnie-de-Poeh-filmpjes is doodcontent. Dus haar boekenminnende dinosaurussen van ouders sussen zich met de belofte dat ze de echte verhalen* ook nog wel eens zullen voorlezen. Het boomhuis kwam tweedehands, in een kartonnen doos met een hoop vreemde toebehoren die er denkelijk niet bijhoren en anderen die ontbreken, maar dat deert niet. Er zaten vier doorleefde Poeh figuurtjes bij in verschillende formaten, twee Tijgetjes, twee Knorries, een Eeyore, een Uil, een Kanga en Roo en geen Konijn. De kleuter vindt het allemaal prachtig. Moeder heeft nog niet luidop durven zeggen dat het kind nog nooit zo rustig gespeeld heeft als deze week. Vanmorgen ontdekte ze nog een verborgen hoekje aan het huis.

– Kijk mama, dit is een klein hoekje en daar kan je heen gaan als je verdrietig bent.

– Oh. Waarom ga je daar heen dan?

– Daar kan niemand je zien.

– Oh. En wat doe je daar dan?

– Daar kan je alleen zijn en nadenken.

– Over wat denk je dan na?

– Over hoe je jezelf kan troosten.

– Oh. Je moet jezelf troosten?

– Ja. Maar dat is wel niet makkelijk. Want je kan jezelf maar op één plaats kietelen.

– Waar dan?

– Hier! (Krabt over haar gehemelte)

– Ah ja. Misschien kan iemand anders komen helpen troosten? Of gewoon bij je zitten? Mama of papa?

– (Oogrollend) Poehbeer heeft toch geen mama engeen papa.

– Dat is waar. Maar hij heeft wel vrienden?

– Ja.

– Waar ga jij dan heen als je verdrietig bent?

– (Denkt na) ik ga dan in de kelder kruipen, naast de trap, zodat niemand mij ziet. En dan moet je me daar zoeken.

– Maar hoe weet ik dan dat ik je moet zoeken?

– Ik zeg het je nu toch.

– Ah. En dan ben je in de kelder?

– Naast de trahap!

(Even fangirlen maar hoé schóón is Winnie-the-Pooh? Aah ❤️

wikipediavreugde op zaterdagochtend: naast lange typeringen van Pooh las ik(minder vreugdevol) dat A.A. Milne ongelukkig stierf, het succes van Pooh verwensend en afgewezen door zijn zoon die een leven lang niet onder de schaduw van Christopher Robin uitkwam. Bij leven verkochten de heren Milne de exclusieve rechten van Pooh aan verschillende kopers, wat leidde tot jarenlange juridische disputen over de miljoenenopbrengsten van de Disney merchandise, waaronder paarsgroene speelhuizen.)

15 november

Ik zit met de vijfjarige op de bus naar school, omdat onze elektrische bakfiets hersteld wordt. We rijden door onze wijk, waar de verschillen zich opstapelen. In de krant brandt een asielcentrum, is de kinderarmoede weer gestegen. Ik weet, de mensen in die statistieken zitten rond ons op de bus. Voor hoevelen van hen is warm Vlaanderen een gewelddadige plek om te bestaan? Ik knijp in het wantje van de kleuter en ik denk: laat je nooit vertellen dat het jou niet aangaat. Samenleven wringt soms en al dat anders zijn is niet perse een rozentuin. Maar geloof de verhalen niet over dat bos vol sprookjesfiguren die met elkaar niets te maken hebben. Er was eens de elitaire cultuurbobo, de onverantwoorde staker, de imagoverlagende nachtwinkeluitbater, de dreigende transmigrant, de politiek correcte van wie ge verdomme niks meer moogt zeggen en de gewone Vlaming met z’n complexloze identiteit.

Laat ons kritisch zijn, voor onszelf en voor wie de meeste ruimte in neemt, het woord geven aan wie zelden de micro krijgt, soms eens dikke ambras maken, maar ons niet uit elkaar laten spelen.

Niks: dit is mijn strijd en dat is de jouwe. Solidariteit bovenal nu, dat geeft licht in den donker.

23 november

Voorleesweek

3 december

Het was zondag en jij was voor het eerst sinds je vijf bent nog eens met gewiekste truuken tot een dut te verleiden. Buiten was het november, net als toen. Luc De Vos die er net nog was, was er opeens niet meer, maar wel nog op de radio. En jij was er net nog niet, dan plots wel. Lieve kleine piranha. Ik vroeg me af of het dezelfde poort was waar jullie door waren gegaan. Je ligt op mijn arm net als toen en ik kijk hoe je donkere ogen toevallen en nog even blijven bewegen achter je oogleden. Die zwarte karbonkels van kijkers heb je van mij. Ik had ze ook, later werden ze bruin en dan groen. Ik kijk naar je wimpers die zoveel zwarter zijn dan de mijne en opeens ben je weer vreemd.

Al vijf jaar zwenk ik heen en weer tussen herkennen en niet. In het begin was ik bang dat ik je nooit gewoon zou worden. Ik was je veel te kwijt, maar intussen troost ik me dat je zo ook nooit gewoon geworden bent. Het is nooit flou geweest waar ik eindigde en jij begon, dat zal ook wel merites hebben. De liefde kwam toch en ik wist ze komen, zonder het echt te zien gebeuren, zoals het getij. Het is al jaren marée haute, maar ik blijf me verbazen over hoe anders jij bent dan ik. Of hoe ik me herinner. Ik kom nergens met jou met mijn handleiding voor mezelf. Jij bent heviger, steviger. En je leeft in een andere wereld, waarvan ik niet goed weet hoe ik je er in moet loodsen.

Oh ja, je weet het nog niet, maar je sinterklaasgeschenk is gearriveerd. Je diepste verlangen ging uit naar een akelig aapje met gigantische knipperende ogen en een laag synthetische pluche over het beenharde plastic lijf. Het beest maakt een irritant gamma aan –te luide- geluiden, wat ik voor het gemak nog even voor je vader verzweeg. Afgaande op de tientallen zo-goed-als-nieuwe exemplaren op de tweedehandssite, ga je er ongeveer twee keer mee spelen. Maar het is wat je wou en ik wil je minder weigeren dan ik me voorgenomen had. Een mens wil nu ook weer niet onder teveel principes gebukt door het leven, dus ik maakte enkele euro’s over en wachtte tot de post een dichtgeplakte schoendoos bracht. Die staat nu onder de keldertrap te wachten tot de goedheilige nacht.

Het is zo gek dat wij het zijn, die de letterkoekjes en de mandarijntjes in de woonkamer leggen, onze woonkamer, waar wij de meubels bij elkaar hebben gezet. Waar wij de tradities in ere houden of laten verwateren en er nieuwe verzinnen. Waar wij beslissen wanneer er genoeg gesnoept is en of er geschoven kan worden met bedtijd. Waar het onze waarden zijn die doorgegeven worden, de ene al consequenter dan de ander en onze patronen, het ene functioneel, het ander alles behalve dat. Het is me wat.

Ik kan honderd dingen gaan doen maar ik blijf naar je kijken. Komt goed, komt goed. Bim bam. Bim bam. Poppedijne poppedijne. Bimbam. Bimbam. Poppedijne. Bimbam.

7 december

Avondportret van puk- van wie moeder eindeloos houdt – en haar afschuwwekkende Sinterklaascadeau. Moeder gaat er naar van dromen maar vertelt zichzelf dat het is zoals met bedenkelijke lieven. Je moet het exemplaar in kwestie wat accomoderen tot het kind zelf inziet dat het een onfortuinlijke keuze gemaakt heeft en dan adiost ze die abominatie zelf wel buiten. Moeder hoopt ook nog altijd dat een strategische blootstelling aan schreeuwerige sokken, onderbroeken en laarsjes de Frozen-obsessie zal keren, hoewel bemoedigende resultaten ontbreken. Laat moeder in de waan.

9 december

Ochtendportret van de kleinste die ondanks zijn berenmuts toch vooral op een aardvarkentje lijkt. In de schuif: ons meme haar trouwservies dat ik geërfd heb -nadat het ongeveer 60 jaar in de kast lag want het was te schoon om te gebruiken kendet?- en dat ik beter elders zou stockeren. Hij is er niet echt wat mee van plan, behalve de la opentrekken en grijnzend naar me kijken terwijl hij in slowmotion een handje uitsteekt naar een dessertbordje en popelend wacht tot ik recht spring om hem vast te grabbelen en dan gilt hij van pret. In het uur dat volgt doen we dat nog drie keer en ook nog deze ontspannende activiteiten:

– alle dozen van gezelschapspellen en puzzels leegkappen op een epische hoop zodat moeder alles weer bij elkaar kan zoeken

– de topjes van alle kleurpotloden bijten en die overal verspreiden

– steeds weer op de trap proberen te kruipen en via de stoelen op de tafel

– bovenaan de trap boeken uit het rek naar beneden gooien

– stekkers lostrekken en weer proberen terug prutsen

– tubes luierzalf en tandpasta leegspuiten en/of opeten

– flessen olijfolie proberen pakken, een flesje balsamico half leegdrinken en verontwaardigd over de smaak de rest over je broek gieten

– een krukje aanslepen om bij de scherpste messen uit de bestekschuif te kunnen

– het programma van de draaiende wasmachine naar kookwas verzetten

– in de afwasmachine proberen te kruipen

– een vol eetbordje omgooien, ook/ liefst over je hoofd

– tollen op de luiertafel tot je er bijna afligt

– overal sokken achterlaten en de velcro van je luierbroek lostrekken

– levensgevaarlijk over de rand van de zetel stappen

– tijdens dit alles: heel luid en vrolijk maar onverstaanbaar brabbelen en nog luider wenen van frustratie als het allemaal weer niet mag van uw saaie moeder die niet weet hoe ze zich moet amuseren.

Voornoemde was deze fase tussen 1 en 2 totaal vergeten en wilt dit even registreren voor als ze binnenkort weer loopt te men met de laatste restjes van je jeugdige energie en je zinnen.

11 december

Het is 16u05. Puk is een hele dag op uitstap geweest met school en navenant gesloopt. Ze zit op de stoep voor de deur van de crèche. Ze wil niet mee. Ze wil geen broertje meer. En moeder is nooit meer haar vriend. Moeder, die er een hectische dag heeft opzitten waarin er allerlei decemberwaanzin gecombineerd moest worden met werk dat wel serieus genomen wordt, heeft gelukkig een handig stappenplan voor dit soort situaties dat ze graag even met u deelt:

1. Poog het kind te lokken met een voedzame koek.

2. Poog het kind te lokken met onverantwoord snoep.

3. Zeg zacht maar duidelijk: Allez komaan vriendje kom, in den bak, we moeten naar huis.

4. Doe een willekeurige belofte dat ze iets mag als ze meegaat.

5. Uit een willekeurig dreigement dat ze iets niet mag als ze niet meegaat.

6. Kreun in crescendo: Verdomme puk mama is KEIMOE, maak het mij niet moeilijk, EN MAAKT DAT GE IN DIEN BAKFIETS ZIT!

7. Roep er met steeds minder overtuiging en steeds meer frustratie nog wat dingen achteraan.

8. Probeer het tegenstribbelende kind op te tillen en in de bak te dwingen (noot: als dit lukt, is de kleuter zo gefrustreerd dat de baby een mep krijgt en dan brult de voltallige kar. Roep dan voor de hele straat dat dat niet mag terwijl je vloekend zo hard fiets als je kan.)

9. Zink neer op de stoep naast de kleine die nu volop huilt omwille van stap 8. Adem een paar keer in en uit. Aanschouw de wereld op pukhoogte. Steek een handje uit en wacht tot ze zwijgend tegen je komt hangen.

10. Knuffel de puk tot je uitgeknuffeld bent, draag haar naar de bakfiets, klik haar vast en rij naar huis.

11. Neurie een liedje onder het fietsen. Suggestie: het 21e-eeuwse nucleaire gezin is een apekot, paaarlez-vous, we rennen ons daar kiekezot, parlez-vous, en kan moeder het niet meer aan, dan heeft de kleuter het gedaan, inke pinke parlez-vous.

21 december

Moeder (die iets heeft met mondelinge geschiedenis) heeft voor de overlevering een inventaris gemaakt van de 19 vaakst gebezigde uitspraken in ons huis in 2019:

1. LAAT. HEM. LOS.

2. Hebt gem?? Ja maar, hebtgem?? (Twee volwassenen proberen één dreumes te verluieren die zich van de pamperplank wil gooien)

3. Hij gaat naar de trap! (Godzilla is losgebroken)

4. BAAAAP! (Godzilla buldert in triomf van op de zevende trede)

5. STOP DAARMEE! (Als de puk gewoon doorgaat moet je vragen: kan je niet stoppen? Dan zegt ze: nee. En dan houdt ze op. Toch al vier keer gelukt en dat pakken ze ons niet meer af)

6. Wie is mijn liefste lieverd? (Waarop de puk zichzelf nomineert en dan ook de rest van het zootje want “heel onze familie is lief”)

7. DAN WIL IK NOOIT GEEN KOEK MEEEER! (Mama is niet meer lief. De kleuter aan wie koek, filmpje of nieuw speelgoed geweigerd werd moet nog wat werken aan haar onderhandelingsskills.)

8. Kijk nu hoe schattig hij iiiis (moeder zwijmelt weer eens over het zoontje)

9. Heeft ie van mij! (mopje van vader dat gelukkig nooit gaat vervelen)

10. Ik ben ook schattig! (Vijfjarige, licht jaloers, gevolgd door:) Ik ben ook een baby. (haastig:) Een grote baby die filmpjes mag kijken!

11. Daaaaag beste vriendeeen (vader komt na een lange werkdag de freggelgrot binnen en wordt bedolven onder de freggels)

12. Het is wel niet eerlijk he! (puk over het leven en de wereld)

13. Dat vind je lastig he vriendje? (Prijswinnende formule ter remediëring van nr. 12)

14. DOE VOOOOOOORT (formule die werkelijk nog nooit tot iets heeft geleid maar moeder heeft ze jammerlijk geautomatiseerd)

15. Ik houuuu van kouuu (kleuter weigert zich naar het weer te kleden)

16. Gaan we het dierenspel spelen? (Puk die gezelschap wil op de wc)

17. Neen. Gewoon neen. (Tegen de baby die om 4u20 rechtop in bed gaat zitten)

18. Ah is t waar? Dat is leuk zeg. (Moeder heeft niet echt gehoord wat puk aan het vertellen is omdat ze intussen probeert te bedenken wat we gaan eten vanavond)

19. Ik hou van jou. Voor altijd en voor heel veel. (Ná het verhaaltje, knuffel 1 tot 3 en kus 1 tot 2 maar vóór knuffel 4 tot 5 en kus 3 tot 10)

27 december

Ik zit naast de dreumes die met een lepel contemplatief strepen trekt in een bodempje broccolisoep. Ik vraag of hij moe is en hij heft een door het woord “moe” geconditioneerd armpje en wrijft soep in zijn oogje. Ik veeg met een washandje over groene handjes, wangetjes, haartjes en benoem ze allemaal. Maak het riempje los dat ons behoedt voor accidenten met de zwaartekracht. Hef de dreumes hoog om aan zijn broek te ruiken of daar iets aan vervanging toe is. Draag hem naar de luierplank waar hij onkarakteristiek rustig wil blijven liggen, slechts afgeleid door een tandenborstel die hij peinzend kapot kauwt. In de pamper alleen nattigheid. (Vorige week schitterde me iets toe in het midden van een onwelriekend vol exemplaar. Het bleek een rozerood glitterhartje uit de knutseldoos van de kleuter. Het glinsterde intact.) Ik hijs de kleine in de buggy, een sportief model met drie grote wielen dat over de stoep glijdt als een slee. Ik gesp de baby vast die nog even protesteert omdat dat traditie is en rijd de koets naar de kasseistrook om de hoek. Twee rondjes en de kleine koning slaapt. Ik parkeer hem in een streep winterzon.

In de zetel liggen vader en kleuter respectievelijk een boek te lezen en met een toverstaf te zwaaien. Het is vakantie. Het duurde een dag of twee maar we zijn overgeschakeld naar kinderuur. De puk en ik spelen een gezelschapspelletje, dat dodelijk saai zou wezen ware het niet dat de spelregels steeds wijzigen naargelang dat in het voordeel is van de jongste speler. Als ze eindelijk gewonnen is, lezen we vijf bibliotheekboekjes achter elkaar. Daarna lees ik een krant die ik om de halve pagina neerleg omdat een heel bataljon aan poppenkinderen in en uit hun pijama gefriemeld moeten worden. Achter het raam dut de baby alsof zijn leven er van af hangt. Bij de lichtjes van de kerstboom lijkt het haar van de kleuter goud. Ik kijk over mijn dagblad hoe ze -nogal luid zingend in een eigen taal- de poppen installeert voor hun ontbijt. Dit is de tijd. Hij bestaat uit onderbrekingen. Er zijn mopjes en ik heb nog niet eens geschreeuwd. De kleuter doet een kleutercrise en ik doe alles wat ik me altijd voorneem. Ik doe niets en blijf bij haar zitten tot ze bij me kruipt. Mijn smartphone slingert ergens. Toch maar eens naar de winkel, neem ik de baby mee die door de wandeling een extra halfuur slaapt.

Ik koop bossen verse kruiden en granaatappels bij de kruidenier om de hoek, die fluistert om de buggy niet te wekken. Op de Bevrijdingslaan rijden de auto’s bijna lieflijk onder de kerstversiering. Ik denk de sneeuw erbij. En dan knal ik net niet tegen een groot reclamebord. Racend naar de bodem belooft de pakjesgigant om vanaf nu ‘s avonds nog te leveren aan wie voor de middag bestelt. Ik geef het ding alsnog een schop. Slenter met nadruk verder. Thuisgekomen rekt de baby zich uit. Ik stop zijn warme lijfje in bad en kijk hoe hij de waterstraal probeert te pakken met zijn handje.

28 december

Goedemorgeun. Nog voor het krieken van de dag masseerde onze kleinste zijn snuit (en enige andere zaken) met een stempelkussen. Moeder kreeg de felste kleur er af maar het joch behoudt een weeë groene ondertoon en ziet er undead uit. Het moet gezegd: de zombie apocalypse look geeft de strooptochten op onvaste beentjes meer cachet. Het internet suggereert warme sopjes met azijn maar het zit -uiteraard- vooral in z’n oogkassen. Ik heb al gegoogeld hoe lang het duurt voor een dreumes vervelt maar dat valt tegen. Uw tips voor het verwijderen van inkt van de delicate peuterhuid zijn welgekomen.

Edit: merci voor de hulp! En als u dit ook eens meemaakt: olie is uw vriend.

31 december

ZO klaar voor 2020.

Een fijn oudejaar gewenst aan u allen❤️

****

En intussen dus ook een mooi nieuwjaar.

Tot genoegen, hier of op de socials ❤️

1 response to najaar 2019

Geef een reactie