Mensenrechten in geboorte, deel 5: de geboorteladder

242.jpg

Recht op autonomie (1)

Wat is een goede geboorte? Die discussie eindigt vaak in een loopgravenoorlog over wat dan wel de meest “veilige” of de meest “empowerde” bevalling mag wezen. Er zijn doorgaans twee kampen: de medicalisering en de fysiologie (waarbij zo weinig mogelijk wordt ingegrepen in het spontane door hormonen gestuurde baringsproces). Maar die ideologisch gekleurde discussie, leidt af van de essentie. Welke keuzes ze ook maken: zwangeren krijgen te maken met een machtsbalans, die zelden in hun voordeel uitslaat. Hoe vrij zijn we eigenlijk om te kiezen hoe we baren?

La médecine à papa

Na eeuwen van thuisgeboorten werden bevallingen in de 20ste eeuw in sneltempo gecentraliseerd in gespecialiseerde ziekenhuiseenheden. Die overgang bracht een hoop onmiskenbare voordelen, maar ook enkele serieuze problemen met zich mee. Door te verkassen van de eigen sociale omgeving naar een vreemde ziekenhuiskamer, had de zwangere veel minder te zeggen. Kennis was niet meer belichaamd of onder vrouwen overgeleverd, maar lag nu bij experts. Zwangeren werden leken, die vaak pas op de verlostafel voor het eerst met bevallen te maken kregen. Ook de vroedvrouw daalde in de hiërarchie. De moderne gynaecologie was een zaak van mannelijke geneesheren. Geboorten gingen ze meer en meer als een pathologisch proces zien. Hun denken werd bovendien gekleurd door bourgeois stereotypen: vrouwen waren hulpeloze, frêle en nerveuze wezens. In de 20ste eeuw groeide het idee dat moeder en kind met behulp van nieuwe technologieën uit hun barensnood ‘verlost’ moesten worden. In de verloskamer gingen niet-menselijke instrumenten de ruimte bepalen en werden handelingen gestuurd door chirurgische rituelen en protocollen. De ethische reflecties rond de machtsstructuren in de geneeskunde zijn behoorlijk recent. Pas in de jaren 1970 kwam er langzaam aandacht voor patiëntenrechten. Er worden grote inspanningen geleverd om patiënten meer te informeren over hun toestand en behandeling. Maar hoewel er meer en meer aandacht besteed wordt aan communicatie en overleg, blijft “doctor knows best” ook voor veel patiënten een vertrouwd en geruststellend principe.

Alternatieve keuzevrijheid?

Sinds de jaren 1960 is er een tegenbeweging tegen het medicaliseren van het geboorteproces. Wie een uitweg zoekt uit het ziekenhuisscenario, kan terecht in een alternatief circuit dat de fysiologische baring centraal stelt. Zelfstandige vroedvrouwen, doula’s en hypnobirthing-coaches vervullen zo een sociale functie die vroeger meestal ingevuld werd door vrouwen in de omgeving van de zwangere. Deze geboortewerkers proberen ouders te “empoweren” tegen het medische paternalisme door hen een tegenexpertise te bieden. Paradoxaal genoeg is wie op eigen kracht “natuurlijk” wil baren dus evengoed afhankelijk van experts.

Denk hierbij ook aan borstvoedingsdeskundigen, draagconsulenten en mommy-bloggers. Zij reiken nieuwe keuzemogelijkheden aan, maar die zijn niet voor iedereen, volgens sociologe McCabe. Het is een volstrekt legitieme keuze om buiten de norm te baren of om langdurig te voeden, maar dat vraagt best een investering. In cursussen, boeken en bepaalde producten, en in tijd. Niet iedereen heeft de sociale of financiële middelen om die vrij te maken. Ook: niet iedereen heeft er zin in. Kiezen voor gemedicaliseerde standaardzorg hoeft geen teken van een gebrek aan kennis of afhankelijkheid van “het systeem” te zijn. Net als artsen, hebben alternatieve geboortewerkers de autoriteit om verwachtingspatronen op te leggen – het is belangrijk dat ook zij zich daarvan bewust zijn. Als ideaalbeelden van één type geboorte of ouderschap te eenzijdig gepromoot worden, worden ouders ontwapend en verschillen versterkt.

Mama moet het goed doen. Of anders.

In 1996 ontwaarde sociologe Sharon Hays een nieuwe trend in geboorteland: “intensief moederschap”. Dat ideaaltype – dat vooral moeders viseert – vraagt dat ze steeds meer tijd, emotionele energie en geld in hun ouderschap stoppen. “Mama zijn” wordt zo meer dan een verhouding tot je kind, het wordt een levensstijl en identiteit, die op de andere aspecten van je leven moet primeren. Dit fenomeen past goed in een maatschappij die de verantwoordelijkheid voor gezondheid steeds meer bij het individu legt. Zwangeren moeten zichzelf disciplineren om liefst zo perfect mogelijke baby’s te produceren. Ouders staan onder intens maatschappelijk toezicht. Flesvoeden, roken, alles wat afwijkt van de gezondheidsnorm, kan je op strenge kritiek komen te staan. Ook de bevalling moet perfect verlopen. Dat zorgt voor stress: er lijken ook zoveel manieren te zijn om het verkeerd te doen. Welk type bevalling je ook kiest: de verwachtingspatronen kunnen erg dwingend zijn.

Onderaan de ladder

Het zwangerschapsboekje van Kind en Gezin: elke nieuwe ouder krijgt het. Daarin wordt “mama” aangemaand een hele reeks levensstijl-adviezen te volgen en risico’s te mijden. Niemand zal het belang van ouders informeren in vraag stellen. Maar het is de vraag hoeveel ruimte ze krijgen om te kiezen wat ze doen met die kennis. Het is wrang om vast te stellen dat een zwangere bijna alle verantwoordelijkheid draagt voor die ideale, gezonde baby, maar wel vaak onderaan een hele hiërarchie bungelt wanneer het op beslissen aankomt. Reproductieve rechtvaardigheid betekent dat een publiek gezondheidssysteem iedereen de kans geeft om veilig én empowered te baren. Het betekent kennis democratiseren en zwangeren de regie geven. Ook als ze buiten deze of gene norm of ideaaltype vallen.

Tot de volgende aflevering! Dan gaat het over shared decision making, consent, refusal en beslissingsrecht.

Dit project is een samenwerking met Celia Ledoux, waarvoor hartelijke dank! Hier ook dank aan Heleen Debruyne, voor de suggesties aan de academica die worstelt om vlot te schrijven 🙂

Verder lezen kan hier:

  • Rebecca Schiller is de ceo van de Britse mensenrechtenorganisatie Birth Rights en schreef dit zakformaat boekje waarin een mooie inleiding staat over de spanning tussen geboorte als een individuele ervaring en een publiek goed.
  • Abstract onderzoek over neoliberale gezondheidszorg (McCabe, 2016)
  • Boek van Sharon Hays dat de term “intensive motherhood” lanceerde (1996)
  • Een eindverhandeling over nieuwe normen rond moederschap (Butler-Wall, 2012)
  • Abstract onderzoek over het moederschapdiscours in geboortefilmpjes op youtube (Mack, 2016)

Uw feedback blijft welkom, ook op Facebook en Instagram.

*Disclaimer* In dit project proberen we te laten zien hoe mensenrechten spelen in geboorte. We pretenderen niet exhaustief te zijn of dat deze rechten momenteel gegarandeerd worden. We hopen wel dat het mensenrechtenkader de weg vindt naar praktijken en opleidingen. We kijken er naar uit dat reproductieve rechtvaardigheid het richtsnoer wordt voor de dialoog tussen zorgverleners en ouders en in ons denken en spreken over seksualiteit, zwanger worden, zijn en bevallen.

3 responses to Mensenrechten in geboorte, deel 5: de geboorteladder

  1. Doris says:

    Wat een prachtige reeks. Zelf nooit zwanger geweest of gebaard, verwacht ook niet dat het er in dit leven nog van zal komen. Maar lees desalniettemin geboeid mee en wens vurig dat het gedachtengoed dat hier zo helder wordt verwoord zich in sneltreinvaart zal verspreiden.

Geef een reactie