oktober ‘17

Herfstverhaaltjes voor bij de koffie

3 oktober

– Pukkie nu is het echt tijd om je snufferd te houden en te slapen hoor.

– Maar ik kan niet, er zitten nog praatjes in mijn mondje!

Bleek er ook nog pipi in de buik te zitten en een wolf onder het bed. Toen moesten er nog aanwezigheden afgenomen worden van een half bataljon knuffelbeesten. En toen was er onleefbare dorst. En toen nog enkele zorgen over wanneer die derde verjaardag dan precies valt en of daar dan taart mee gemoeid zal zijn en wie dan allemaal een stukje moet krijgen en of er dan nog wel genoeg zal zijn voor de jarige zelf.

En toen was het stil. Al zeker vijf minuten.

En moeder dacht: eindelijk. Bon, wat zullen we eens gaan doen? Mails beantwoorden? Mijn strip uitlezen? Youtubecrap kijken? Of misschien toch die kleren ophangen, zoals hij al vijf keer gevraagd heeft? Hm. Dat zien we zo wel. Eerst de trap af geraken zonder haar weer wakker te maken. Haaa, rust.

-Mamaaa! Praat eens! Ik hoor niks!

9 oktober

Bedtijd. Galmend wordt het volk toegesproken.

– DAAAAAG KINDJEEEEES!

Haalt hoofd uit wasmachine:

– Mama! Je moet je hoofd erin doen en dan moet je iets zeggen! Dat klinkt gek!

Stopt hoofd terug in wasmachine:

– JULLIE MOETEN NOG PIPI DOEN OP HET POTJE EN MONKI MOET HAAR PIJAMA AANDOEN! EN DAN GAAN WIJ EEN BOEKJE LEZEN!



10 oktober

Als moeder van huis is en op de whatsapp vraagt hoe het daar gaat en de homies selfies terug sturen:



 

13 oktober


De puk is een hartstochtelijke liefhebber van soep. En van het betere keukentafeldrama. Meerbepaald van één scène, die werkelijk nooit gaat vervelen en dus elke avond ritueel wordt opgevoerd.

– Ik wilt geen soep! Soep! is! vies! Pfffrrrrr!

– Pukkie, zevert is ni, dat is broccoli, dat vind je keilekker.

– Ik! vind! dat! niet! lekker!

(Duwt kom een eind weg, waarbij een geut soep over den toile ciré flikkert. Zowat drie keer per week maar om de één of andere reden vergeet moeder meestal te anticiperen)

– Dju toch pukkie! Niet doen! Dan mors je! Hoe vaak heb ik dat al gezegd?

– Jawel want dat is viiiies!

– Ok, dan zal papa jouw soep wel op eten. Verdorie.

– Ja, jum jum jum, sluuurp, wat een lekkere soep!

– NEEEE!! Huuuuu! Niet dooeeeen! Dat is van mij!

– Ga je dan gewoon je soep opeten zonder cinema?

– Hm hm.

Mimetische begeerte in kleuters, dat is iets.

Waarna elke lepel luid en plechtig opgedragen wordt aan dierbare vrienden en knuffelapen, opa’s en vage kennissen.

– Eeeen hapje voor de poesjes en de hondjes.

Een hapje voor het donker.

Een hapje voor het sterretje.

Een hapje voor het licht.

Een hapje voor de patatjes.

Een hapje voor de tomaatjes.

Een hapje voor de beer en de appel.

Een hapje voor de kiwi.

Een hapje voor de schaapjes en de geitjes.

Een hapje voor de wolven.

Een hapje voor de vosjes.

Een hapje voor de melk en voor het water.

Op!

Mag ik nog een beetje?

– Hoe vraag je dat?

– Dangjewel!

 

17 oktober

Moest even over mijn usual wat-moet-ik-daar-nu-van-denken-drempel*. Intussen weer ondersteboven van vooral veel off-the-record verhalen: “ik ga het niet online zetten, want daar voel ik me niet goed bij en/of ik wil niet dat mensen het weten, maar ik ook, uiteraard, ik ook, wie niet?”

Solidair met #metoo dus, want ik wil dat die kleine puk later, met eenzelfde vanzelfsprekendheid, kan zeggen: ik niet.

* Ik kwam tot de conclusie dat ik in afwachting van een actie die de dingen precies verwoordt zoals ik het graag zou lezen, de structurele oplossingen aanreikt waar ik op zit te hopen en en passant de zaken kadert zoals ik ze liefst gekaderd zie, erg content ben met de ruimte die hier gemaakt wordt voor ervaringen met wijdverspreid rotgedrag dat het daglicht schuwt. It takes all kinds of effort. Ik hoop gewoon dat we door zo’n actie ook kritische vragen aan onszelf gaan stellen? Draag ik zelf ergens bij aan het zwijgen? Neem ik signalen zelf serieus? Of, ambetanter: heb ik zelf altijd de grenzen gerespecteerd van een ander, of ze nu duidelijk aangegeven waren of niet? Dan komen we ergens, dan heeft het zin.




18 oktober


Zondagnamiddag

De puk en ik zitten op een brugje, boven een beekje, onder het bespreken van enige wetten der natuur.

Blaadjes blijven drijven, takjes ook. Altijd dezelfde richting uit, want het water stroomt één kant op. En nooit naar boven.

Eikels zinken. Behalve die ene die volgens de kleuterfysica gewoon geen zin heeft.

Pling, ploeng, plonsen de eikels.

En er is niets.

Alleen water en eikels en blaadjes die een beetje ritselen.

Pling, ploeng.

Er is niets.

Alleen die zoete, vochtige, zware adem van de puk, die met grote concentratie probeert om uit een handjevol eikels er maar één tegelijk te laten vallen.

Ploeng, pling.

Er is niets.

Alleen gouden en oker licht.

Ik krijg het net niet op mijn zenuwen van zoveel idylle.

En ik denk dat dit mogelijks de tijd van mijn leven is.


23 oktober


Zondagnamiddag. La mer en colère.

De puk jakkert, aangevuurd door de elementen, duinen op en af.

Ik probeer me te herinneren waar de bunkers stonden. Resten Atlantikwall vol glasscherven en prikkeldraad, waarin ik cruciale passages uit de tweede wereldoorlog opvoerde, met mijn zus, die steeds de vijand speelde en wiens mening niet gevraagd werd. In één van die appartementsblokken die nu leeg staan wegens slecht weer en domiciliefraude, benam ik haar ooit bijna het leven door haar grootmoedig ook een Napoleonbol aan te bieden die ik uit de doos gepikt had. Het leken jaren van vrije uitloop, voor Dutroux. Samson en Gert kwamen gratis zingen op de dijk. Ik peddelde op een paarse bmx door de bubbel en raapte stiekem roze kauwgom op van straat, want die kreeg ik niet van ons moeder.

De puk neemt van op de duin nogmaals het strakke draaiboek van de imminente derde verjaardag door. Noteer: een groot stuk taart is een aandachtspunt. Lang lang geleden, lang lang geleden, lang lang geleden in de hooria.

– Volgens mij wonen hier konijntjes, puk. Weet je hoe je dat ziet?

– Nee!

– Er zitten gaten in het zand, zegt papa. Daar wonen ze. En zie je dit? Dat zijn keuteltjes.

– En pipi!

– Die spoelen niet door zeg, de vuilakken.

Dat vindt de puk een bijzonder goeie mop. Er is tot iemands groot genoegen een heftige papafase aangebroken.

De wind waait het duingras vier verschillende richtingen uit.

En ik heb al zeker een uur niet op mijn smartphone gekeken.

 

24 oktober



25 oktober

Compliment gekregen van de puk



 

27 oktober


Vrijdagnamiddag

Rond de tafel in de klas zitten veertien kleuters in een onwerkelijke rust soep te slurpen. Iemand heeft met vaste hand op elke snuit een Halloween tafereel geschilderd. De juf, terug na een operatie, glundert over haar eerste dag zonder pijnstiller, alsof je nergens beter kan revalideren dan tussen een zootje driejarigen. Ze meent het nog ook.

Ik kijk mijn ogen uit op die school. Altijd als ik er kom heb ik goesting om mijn deadlines aan de wilgen te hangen en mijn jas aan één van die kleine kapstokken. De hulpjuf wil ook blijven, maar het kan niet, want er zijn te weinig uren. Bijna tien jaar afgestudeerd en nog geen zicht hebben op vast werk, waar moet je dan heen, met al je enthousiasme? De energie van jonge leerkrachten, het is niks om te verkwisten. Je zou denken dat beleidsmakers dat bedoelen als ze het hebben over zuinig zijn in het onderwijs.

Mamaaaa! buldert het kind met een kop vol uitgeveegde verf, ik ben een pompoen!

Waarna een kleine inzinking volgt over een soepbekertje. Vrijdagnamiddag. Orkaanseizoen. Dikke tranen trekken strepen door de schmink, waardoor het lijkt alsof ik met een originele Francis Bacon door de stad fiets, die van huuuuuuu doet. Uiteraard geen tut bij. Dat zou te makkelijk zijn.

Om het begin van de vakantie te vieren gaan we dan maar een ijsje eten en kijken naar de trams die passeren. Even later in de speeltuin is de glijbaan zelfs naar mijn normen te natgeregend. Ik probeer nog te sussen dat we zo op kraambezoek gaan, naar een kraakvers kindje kijken. De puk schreeuwt dat die nieuwe baby het vast helemaal niet leuk vindt buiten de buik en huilt dat hij er hoogstwaarschijnlijk ook niet meer terug in kan klimmen. Het snoetje loopt donkerrood aan onder de oranje zwarte vegen. Met een haastig aangeschafte tut in de mond probeert de puk zich te herinneren hoe dat voelde, uit de buik komen en hoe je moet wennen, aan de buitenkant.

Op de kraamafdeling vliegt de nieuwe grote zus van schrik in haar moeders armen als ze de pompoen ziet binnenkomen. Die stelt tevreden vast dat de pasgeborene ligt te chillen en slaat in sneltempo een vriendelijk aangeboden doosje appelsap achterover. Galoppeert door de gang van de existentiële opluchting. En de suiker. Moet nog even naar de wc voor we naar huis gaan. Drukt daar op het alarmbelletje. Praat honderduit op de fiets op weg naar huis. Krijgt in de Marokkaanse snackbar nog snel een hapje met frietjes. Verklaart zich intens content. Protesteert hevig als ik de verf van haar gezicht wil wassen.


29 oktober


Tot vanavond, bij #reveil2017, op de begraafplaats in uw buurt (vergeet uw bougieke niet!)

en tot genoegen, hier of op Facebook of instagram

6 responses to oktober ‘17

Geef een reactie